Via geautomatiseerde technieken worden witte en rode bloedcellen en plaatjes (trombocyten) gemeten.
Microscopisch wordt onderzocht of de cellen een normale morfologie vertonen.
Aan de hand van deze testen wordt een bloedarmoede (anemie) aangetoond, worden tekens van virale of bacteriële infecties waargenomen en kunnen talrijke andere hematologische aandoeningen, zoals leukemieën, gediagnosticeerd worden.
Lymfocyten vormen een subgroep van de witte bloedcellen.
De lymfocyten kunnen met behulp van flowcytometrische technieken (immunofenotypering) verder onderverdeeld worden in B- en T-lymfocyten en Natural Killer-cellen.
Het bepalen van bloedgroep met rhesus(Rh)factor gebeurt ook op de afdeling hematologie. Daarnaast worden irregulaire antistoffen opgespoord.
Welk type bloed- en rhesusgroep een persoon heeft hangt af van de structuur van de buitenzijde van de rode bloedcel. Deze structuren bepalen of een persoon bijv. bloedgroep A RhD positief of bloedgroep O RhD negatief heeft.
Irregulaire antistoffen zijn normaal niet in het bloed aanwezig. Deze antistoffen zijn gericht tegen rode bloedcellen en kunnen ontstaan na een bloedtransfusie of na een zwangerschap.
Met behulp van verschillende stollingstesten worden bepaalde vormen van bloedingsneiging en trombofilie gediagnosticeerd.