In het labo microbiologie voeren we onderzoeken uit om de verwekker van een infectieziekte op te sporen.
Het opsporen van bacteriële verwekkers kan uitgevoerd worden op verschillende staaltypes, o.a. urine, wissers, stoelgang, sputum... Dit gebeurt door (een portie van) het staal over te brengen op een bacteriële voedingsbodem, en die te incuberen in een broedstoof bij een specifieke temperatuur waarbij de bacteriën optimaal groeien. Na welbepaalde tijd worden deze bodems geïnspecteerd op groei van pathogene organismen. In geval van aanwezigheid van pathogenen wordt een antibiogram ingezet, zodat de arts een geleide keuze kan maken welk antibiotica werkzaam zijn indien behandeling met antibiotica nodig is.
Mycologie is een subtak van de microbiologie die toegespitst is op de identificatie van schimmels.
Dit voeren we voornamelijk uit op dermatologische stalen (huid/haar/nagels). Het opsporen van parasieten en wormeieren behoort tot het domein van de parasitologie. Deze testen worden uitgevoerd op stoelgang, en kunnen zinvol zijn in geval van het vermoeden van een parasitaire infectie. Het microscopisch onderzoeken van stoelgang ter detectie van parasieten en wormeieren gebeurt in labo CRI enkel op strikte klinische indicatie (klachten na een reis naar een tropisch land, eosinofilie, persisterende klachten na negatieve sneltesten).